Het Vleeshuis is tussen 1502 en 1504 gebouwd door Domien Dewagemakere. Voor dit prestigieuze project van het slagersgilde baseert hij zich op de aula magna, de grote zaal van het paleis van de hertogen van Boergondië in Brussel, alleen maakt hij het gebouw dubbel zo breed.
De speklagenstijl met afwisselend rode baksteen (vlezig) en witte natuursteen (vet) werd typisch voor burgerlijke bouwwerken uit die laat middeleeuwse periode. De natuursteen rond gevelopeningen, verving de houten balken uit de oudere bouwstijlen. Eind 19de eeuw vormde dit de inspiratie voor heel wat gebouwen opgericht in de neo-Vlaamse renaissance stijl.
Blijkbaar was het project iets te prestigieus voor het gilde. Om voldoende fondsen te verwerven moesten ze een een systeem van lijfrenten creëren. Wie een bepaalde som geld inlegde, verkreeg elk jaar een rente, zolang hij leefde. Bij nog grotere bedragen werden de lijfrenten zelfs erfelijk. Zoals je kan merken: crowd funding is absoluut niet zo nieuw als we wel kunnen denken.
Vandaag is het Vleeshuis ingericht als museum: het herbergt een bijzonder rijke verzameling muziekinstrumenten, best de moeite van een bezoek waard.
We passeren het Vleeshuis tijdens onze wandeling door het Historisch Centrum en tijdens de Natiewandeling. Bij onze wandeling Zuid en Nieuw-Zuid krijg je dan weer een groot aantal 19de eeuwse gebouwen in de neo-Vlaamse renaissance te zien.